De roep om Europese storage klinkt steeds luider

Steeds vaker klinkt de vraag in tenders, klantgesprekken en marktanalyse: waar wordt het gebouwd, waar is het ontwikkeld? De discussie rondom digitale soevereiniteit verschuift van abstracte beleidsnota’s naar concrete selectiecriteria. Niet alleen voor cloud of software, maar juist ook voor de fysieke infrastructuur daaronder: storage. Europese storage-oplossingen zijn bezig aan een opmars en dat is geen toevallige trend.

Waarom organisaties anders gaan kiezen 

De urgentie wordt steeds zichtbaarder. Toen Microsoft in mei 2025 op verzoek van de Amerikaanse overheid de mailbox van een Europese aanklager tijdelijk blokkeerde, werd opnieuw duidelijk hoe afhankelijk onze digitale infrastructuur is van buitenlandse spelers. Wat vandaag software raakt, kan morgen ook hardware raken. Wat als een leverancier als HPE of Dell op verzoek van de Amerikaanse overheid stopt met het leveren van onderdelen of support aan een Europese organisatie?

Tegelijkertijd wordt compliance steeds infrastructuur gedrevener. Regelgeving zoals NIS2, GDPR en DORA stelt expliciete eisen aan dataverwerking, logging en herstelbaarheid. Controle over de storage infrastructuur is daarbij essentieel. Organisaties willen aantoonbaar grip hebben op hun data. Dat maakt de herkomst van je storage-infrastructuur ineens een strategisch vraagstuk.

Wat bedoelen we met Europese storage? 

Met Europese storage duiden we op systemen waarvan het ontwerp, de assemblage en de service vrijwel volledig binnen Europa plaatsvinden. Geen firmware uit de VS, geen assemblage in Aziatische fabrieken, geen servicecontracten met voetnoten. Hooguit een paar overzeese schijven. Maar in ieder geval een product dat onder Europese wetgeving valt, binnen Europese grenzen wordt gebouwd en ondersteund in lokale taal en tijdzone.

Van strategie naar selectiecriterium 

De voordelen van Europese storage zijn lang niet alleen juridisch van aard. Ook leveringszekerheid en ondersteuning spelen een steeds grotere rol. Waar internationale leveranciers soms weken tot maanden nodig hebben voor onderdelen of on-site service, bieden Europese partijen voorspelbaarheid en snelheid. Zeker in sectoren zoals overheid, zorg en industrie, waar beschikbaarheid en compliance hand in hand gaan.

We merken deze beweging in de praktijk. Organisaties vragen niet langer alleen naar specificaties of prijs, maar stellen actief vragen over de herkomst van producten en toeleveringsketens. Kortom, wat ooit een beleidsideaal was, wordt nu een doorslaggevend selectiecriterium.

Betrouwbare Europese storage 

Een goed voorbeeld van een fabrikant van Europese storage is FAST LTA. Deze Duitse fabrikant ontwikkelt en produceert storage-oplossingen volledig in eigen huis, met hoofdkantoor in München. In samenwerking met distributeur Comex BV en haar IT-partners, worden deze oplossingen in de Benelux ingezet bij onder meer overheidsinstanties, zorgorganisaties en onderwijsinstellingen. Denk aan toepassingen voor back-up, archivering en dataherstel, waarbij volledige controle, juridische zekerheid en Zero Loss centraal staan.

De toekomst is soeverein 

De groeiende vraag naar Europese storage markeert een bredere beweging: organisaties willen opnieuw grip op hun infrastructuur. Niet uit angst, maar uit realiteitszin. In een tijd waarin alles software lijkt, blijkt juist de hardwarelaag steeds bepalender voor veiligheid, vertrouwen en continuïteit.

Wie zoekt naar Europese storage, vindt vandaag meer dan ooit. En wie investeert, doet dat met oog op de toekomst.